Nat | Fokwaarde gebaseerd op Nederlandse en Vlaamse informatie zonder genomische info |
Int | Omgerekende fokwaarde, gebaseerd op informatie uit buitenland zonder genomische info |
Mdn | Fokwaarde gebaseerd op Nederlandse MRY en Duitse Doppel Nutzung informatie zonder genomische info |
OFw | Omgerekende fokwaarde, gebaseerd op buitenlandse fokwaarde en omrekeningsfactoren |
GNat | Fokwaarde gebaseerd op Nederlandse en Vlaamse informatie met genomische info |
GFw | Fokwaarde gebaseerd op voorouderinformatie en genomische informatie |
IGFw | Omgerekende fokwaarde, gebaseerd op genomische informatie uit buitenland en voorouderinformatie |
Gint | Omgerekende fokwaarde, gebaseerd op informatie uit buitenland en nationale genomische info |
GMdn | Fokwaarde gebaseerd op Nederlandse MRY en Duitse Doppel Nutzung informatie met genomische info |
NVI(Zb en Rb) = | 0,37*Inet + 0,07*Levensduur + 5,5*(Uiergezondheid-100) + 6,5*(Vruchtbaarheid-100) + |
| 2,0*(Uier-100) +2,5*(Beenwerk-100) + 2,0*(Geboorteindex-100) + 3,0*(Klauwgezondheid-100) + 0,37*Besparing voerkosten |
NVI(D en Bbl) = | 0,33*Inet + 0,09*Levensduur + 5,7*(Uiergezondheid-100) + 5,5*(Vruchtbaarheid-100) + |
| 5,5*(Uier-100) +5,5*(Beenwerk-100) + 2*(Geboorteindex-100) + 5,0*(Vleesindex-100) |
|
Inet = |
0,3*kg lactose + 2,1*kg vet + 4,1*kg eiwit |
|
Uiergezondheid = |
0,477*(Subklinische mastitis-100) + |
|
0,641*(Klinische mastitis-100) + 100 |
|
Vruchtbaarheid = |
0,786*(Interval eerste-laatste inseminatie-100) + |
|
0,322*(Interval afkalven eerste inseminatie-100) + 100 |
|
Geboorteindex = |
0,08*(Geboorteverloop-100) + |
|
0,07*(Afkalfgemak-100) + |
|
0,50*(Levensvatbaarheid bij geboorte-100) + |
|
0,75*(Levensvatbaarheid bij afkalven-100) + |
|
0,14*(Kalvervitaliteit-100) + 100 |
|
Klauwgezondheid = | 0,296 * (Zoolbloeding - 100) + 0,603 * (Mortellaro - 100) + |
| 0,243 * (Stinkpoot - 100) + 0,154 * (Zoolzweer - 100) + |
| 0,124 * (Tyloom - 100) + 0,276 * (Wittelijn defect - 100) + 100 |
Frame(Zb en Rb) = | -0,02917*(Hoogtemaata-100)2 + 0,26*(Voorhandb-100) + |
| 0,44*(Inhoudb-100) - 0,02917 *(Kruisligginga-104)2 + |
| 0,35*(Kruisbreedteb-100) + Verhouding(HT-VH-IH)c + 101 |
Frame(D en Bbl) = | 0,3*(Hoogtemaat-100) + 0,4*(Voorhande-100) + 0,4*(Inhouda-100) + |
| 0,4*(Kruisliggingd-100) + 0,5*(Kruisbreedtea-100) + 100 |
|
Type(Zb en Rb) = | -0,026*(Voorhandb-100)2 - 0,026*(Inhoudb-100)2 + 0,63*(Openheid-100) + |
| 0,63*(Conditie score-100) + 0,21*(Kruisbreedte-100) + 101 |
Type(D en Bbl) = | -0,0258*(Voorhandb-100)2 - 0,0258*(Inhoudb-100)2 + 0,31*(Openheid-100) + |
| 0,42*(Conditie score-100) + 0,31*(Kruisbreedte-100) + 0,31*(Bespiering-100) + 101 |
|
Beenwerk = | 0,23*(Beenstand achter-100) - 0,0325*(Beenstand zijb-102)2 + |
| 0,16*(Klauwhoek-100) + 0,78*(Beengebruik-100) + 100 |
|
Uier(Zb en Rb) = |
0,46*(Vooruieraanhechting-100) + 0,09*(Voorspeenplaatsing-100) - 0,0075*(Speenlengtea-100)2 + |
|
0,18*(Uierdiepteb-100) + 0,46*(Achteruierhoogte-100) + 0,28*(Ophangband-100) - |
|
0,28*(Achterspeenplaatsingd-100) + 100 |
Uier(D en Bbl) = | 0,27*(Vooruieraanhechting-100) + 0,27*(Voorspeenplaatsing-100) - 0,0075*(Speenlengteb-100)2 + |
| 0,36*(Uierdiepte-100) + 0,36*(Achteruierhoogte-100) + 0,36*(Ophangband-100) + |
| 0,0075*(Achterspeenplaatsing-100)2 + 100 |
|
|
Legenda | |
a= | fokwaarden als optimum inwegen met kwadratische functie, |
| optimum voor Hoogtemaat, Voorhand, Inhoud, Speenlengte is 100, voor Beenstand zij is 102, |
| en voor Kruisligging is 104, waarbij fokwaarden die meer dan 12 punten van het optimum afwijken ook op 12 punten afwijking worden gezet. |
b= | fokwaarden aftoppen boven 104 voor Voorhand, Inhoud en Kruisbreedte, en aftoppen boven 108 voor Uierdiepte |
c= | verhoudingsgetal voor Hoogtemaat, Voorhand en Inhoud wordt berekend als: 1) bereken gemiddelde van Hoogtemaat, |
| Voorhand en Inhoud, 2) sommeer absolute verschil van Hoogtemaat, |
| Voorhand en Inhoud met gemiddelde, 3) bereken verhouding als 4 - som(absolute verschil) x 0,50, 4) verhouding lager dan -4 wordt op -4 gezet. |
| Dieren met fokwaarden voor Hoogtemaat, Voorhand en Inhoud die weinig verschillen krijgen een beloning voor frame, |
| en naarmate fokwaarden meer verschillen is er een aftrek van maximaal 4 punten fokwaarde. |
d= | afdempen bij 92 en lager |
BD+ | Drager van Bulldog |
BD- | Niet-drager van Bulldog |
BL+ | drager van van Bovine Leukocyte Adhesion Deficiency (BLAD) |
BL- | Niet-drager van BLAD |
BR+ | Drager van Black/Red (Telstar factor) |
BY+ | Drager van Brachyspina |
BY- | Niet-drager van Brachyspina |
CD+ | Drager van Cholerestin Defizit Haplotyp (CDH) |
CD- | Niet-drager van CDH |
CV+ | Drager van Complex Vertebral Malformation (CVM) |
CV- | Niet-drager van CVM |
D1+ | Drager van CMD-1 (BWB) |
D1- | Niet-drager van CMD-1 (BWB) |
D2+ | Drager van CMD-2 (BWB) |
D2- | Niet-drager van CMD-2 (BWB) |
DP+ | Drager van Deficiency of Uridine Monophosphate Synthase (DUMPS) |
DP- | Niet-drager van DUMPS |
GG+ | Drager dwerggroei (BWB) |
GG- | Niet-drager dwerggroei (BWB) |
GT+ | Drager van Gladde Tong |
MF+ | Drager van Mulefoot |
MF- | Niet-drager van Mulefoot |
OT+ | Drager van Otter |
PO* | Homozygoot hoornloos |
PO+ | Drager van hoornloosheid (polled) |
PO- | Niet-drager van hoornloosheid |
QT+ | Drager van scheve staart syndroom (BWB) |
QT- | Niet-drager van scheve staart syndroom (BWB) |
RF+ | Drager van Rood Factor |
RF- | Niet-drager van Rood Factor |
RT+ | Drager van RT translocation |
TV+ | Drager van Twentse verlamming |
ZN+ | Drager van Zink gebrek |
De verwantschapsgraad van een dier is de mate waarin een dier gemeenschappelijke genen heeft met een bepaalde populatie van hetzelfde ras.
Zo wordt een zwarte Holstein Friesian stier alleen vergeleken met zwarte Holstein Friesian koeien. Criteria voor stieren om een verwantschapsgraad te krijgen
is dat het een ki-stier moet zijn geboren na 1 januari 1995 en minimaal 87,5% bloedvoering heeft van het desbetreffende ras
Verwantschap wordt ook alleen berekend voor de rassen die hun oorsprong hebben in Nederland en Vlaanderen, zoals zwarbtont HF, roodbont HF, MRY, Blaarkop, Fries Hollands, Brandrood, Belgisch Blauw.
De berekende verwantschapsgraad wordt in percentage uitgedrukt, als een geheel getal.
Dus als bij een stier een verwantschap van 8 staat, betekent dat hij 8 procent van zijn genen gemeenschappelijk heeft met de koeien van zijn eigen ras.
In Nederland en Vlaanderen worden fokwaarden van veel kenmerken uitgedrukt op een relatieve schaal. Hierbij is de eenheid van de fokwaarde anders dan de eenheid waarin het kenmerk als observatie is vastglegd. Een relatieve fokwwarde heeft als gemiddelde 100 en een spreiding van 4 punten. Hierdoor zulllen de meeste dieren een fokwaarde hebben tussen 88 en 112 punten.